Eerste 7 generaties

De eerste 7 generaties (1370-1590)

I Willem DONCHE, geboren te Alveringem (?) circa 1370.
Gehuwd met Clara 'S CRAENEN (de Crane).

Uit dit huwelijk:
1. Jacob DONCHE, geboren te Alveringem (?) circa 1400 (zie II).


II Jacob DONCHE, schepen-keurheer k. Veurne, geboren te Alveringem (?) circa 1400, overleden te Alveringem, (Begraven in de kerk in de ingang van het koor onder grafsteen), zoon van Willem DONCHE (zie I) en Clara 'S CRAENEN (de Crane).
Hij was schepen-keurheer van de kasselrij Veurne in 1434-35 en wordt vermeld onder de notabele genodigden bij de wetsvernieuwingen van 1437, 1443 en 1445.
Hij vergezelde in 1421 Philips de Goede, Hertog van Bourgondië naar Frankrijk waar deze de moord op zijn vader Jan zonder Vrees, wilde wreken.
Gehuwd met Christine ZOETOOMS, overleden te Alveringem, (Begraven in de kerk in de ingang van het koor onder grafsteen).

Uit dit huwelijk:
1. Jacob DONCHE, geboren te Alveringem (?) 1432 (zie IIIa).
2. Renault DONCHE (zie IIIb).
3. Adriaan DONCHE, overleden circa 1480.
Hij overleed vroeg en zijn kinderen bleven zijn eigendommen te Lo in onverdeeldheid bezitten. Daartoe behoorde in 1499 een hofstede in de Meunekehoek te Lo, die 'verbrand' werd genoemd (wellicht vernield tijdens de burgeroorlogen van 1486-1493 in Vlaanderen tussen voor- en tegenstanders van Maximiliaan van Oostenrijk). Mogelijks is een Christina, dochter van een Adriaan Donche, die te Alveringem huwde op 26 jan. 1491/2 met Joris Claeys, zoon van Jan, poorter van Ieper, een dochter van deze Adriaan.
Gehuwd met Petronilla CLAYSSONE zuster van Omer, raadsheer en procureur-generaal bij de Raad van Vlaanderen.
4. Lodewijk DONCHE (zie IIIc).
5. Maria DONCHE.
Gehuwd met Jan VAN HECKE.
6. Charles DONCHE (zie IIId).
7. Antonius DONCHE.


IIIa Jacob DONCHE, Raadsheer Raad van Vlaanderen, geboren te Alveringem (?) 1432, overleden te Dendermonde op 30-07-1492, (Begraven in de O.L.Vrouwkerk onder koperen grafplaat), zoon van Jacob DONCHE (zie II) en Christine ZOETOOMS.
Vermoedelijk onder invloed van zijn schoonbroer, raadsheer Pieter Boudens kwam hij in Gent wonen. In 1451 is hij er secretaris van de schepenen van gedele. De Gentse opstand in datzelfde jaar verbande hem uit zijn ambt, maar na de nederlaag van de Gentse opstandelingen te Gavere in 1453, zette hij zijn loopbaan verder. In 1453 vinden we hem als 's heerenkiezer, 1456: stedekiezer en nog diverse malen als commissaris bij de wetsvernieuwingen van de stad Gent.
In 1457 was hij een loopbaan begonnen bij de Hertogelijke Raad van Vlaanderen (te Ieper) als secretaris, in 1460 als Raad, in 1463 (te Gent): commissaris. In 1473 volgde hij Pieter Bladelin op als Raadsheer.
Daarnaast was hij ontvanger van Vlaanderen voor het kwartier van Gent (1468-1471) en watergraaf en moermeester van Vlaanderen (1473-).
In dienst van Margareta van York, derde vrouw van Hertog Karel de Stoute was hij haar 'meester van de camere van penninghen' (1467-).
Van 1477-80 en 1485-86 was hij ook baljuw van Dendermonde.
Tijdens de burgeroorlog tegen Maximiliaan van Oostenrijk werd in 1488 de inboedel van zijn huis te Gent aan de Lievebrug vernield.
Hij werd verscheidene malen op diplomatieke zending gestuurd. (o.a. naar het Engelse hof in 1477) In 1473 liet hij als huwelijksgeschenk voor zijn tweede vrouw een rijkelijk geïllustreerd getijdenboek maken. (thans in het Scripps College te Claremont, California, USA [zie over dit handschrift de Internet pagina Denison Library ms. Kirby 1 (2000)] of een vorige Internet pagina [Kirby 1 (1996)]) Een ander geïllustreerd manuscript die hij liet vervaardigen, was een vertaling met commentaren van de 'de Bello Gallico' van Caesar. (thans in de bibliotheek van de Yale universiteit).
Vanaf wellicht 1477 woonde hij te Dendermonde.
De 17de eeuwse genealoog de l'Espinoy noemde hem 'een bedachtzaam en gezaghebbend man'.
Naast Pieter en Lieven, had hij mogelijks nog andere kinderen: toen in 1501 zijn woonhuis aan de Lievebrug te Gent verkocht werd waren de erfgenamen: Renault Donche, Jan vanden Hecke, Victor Donche en Claeys Donche.

Zegel en handtekening van Jacob Donche, resp. 9 mei 1471 [SAG, Stadscharters, reeks 94, nr. 680] en 7 mei 1470 [ARA, Rekenkamer Vl., nr. 43168, laatste fo.]

Gehuwd (1) circa 1450 met Maria BOUDENS zuster van de Gentse rechtsgeleerde Pieter Boudens, overleden te Gent op 26-02-1473, (Begraven in de Augustijnerabdij (St-Stephanuskerk) te Gent onder koperen grafplaat).
Gehuwd (2) te Gent juli 1473 met Philippa UTENHOVE dochter van Jan, watergraaf en moermeester van Vlaanderen, ontvanger-generaal van Vlaanderen en Artesië. Overleden te Dendermonde, (Begraven in de O.L.Vrouwkerk onder grafsteen).
Hertrouwd met Christoffel de Barouse, Portugees ridder.

Uit het eerste huwelijk:
1. Lieven DONCHE, kannunik te Dendermonde, geboren circa 1450, overleden te Dendermonde op 10-12-1499.
Ingeschreven in 1468 als student in de rechten aan de universiteit te Leuven. Priester gewijd begin juni 1470.
2. Pieter DONCHE (zie IVa).


IVa Pieter DONCHE, meester in de rechten, overleden te Lo ? vóór 1478, zoon van Jacob DONCHE (zie IIIa) en Maria BOUDENS zuster van de Gentse rechtsgeleerde Pieter Boudens.
We vinden hem als clerc van 's woensdags gedinghe in het kasselrijbestuur van Veurne in 1459-60-61 en 1463. In 1470 en 1472 wordt hij vermeld onder de edele en notabele genodigden bij de wetsvernieuwing van de kasselrij Veurne. In 1472-73 gaf hij zijn keurbroederschap van Veurne op om poorter van de stad Lo te worden. Hij bezat leengoederen te Reninge, Lo en Pollinkhove. Te Lo bezat hij een 6-tal huizen. Hij woonde aan het einde van de Noordstraat bij de Noordpoort.

Handtekening van Pieter Donche, 29 nov. 1492 [AGSB, St.-Pietersabvij Lo, charters]


Kinderen:
1. Pieter DONCHE (zie Va).


Va Pieter DONCHE, raadspensionnaris van Lo, overleden rond 1501, zoon van Pieter DONCHE (zie IVa) en Wilhelmina BUDSIN.
In 1478 is hij enig kind van zijn vader. Van 1491 tot 1501 vinden we hem vermeld als klerk van de weeskamer van Lo en later vanaf 1496 als raadspensionnaris.
In 1497 bouwde bij te Lo een nieuw huis op stadsgrond.
In 1501 was hij een van de genodigden bij de wetsvernieuwing van het kasselrijbestuur.
Gehuwd met Jacoba (Isabeau) VAN DEN CLICHTHOVE dochter van Cornelius, hertrouwd met Christiaan van Zegherskapelle, heer van Zegerskapelle.

Uit dit huwelijk:
1. Joanna DONCHE, geboren te Lo na 1495, overleden te Brugge 1540.
Gehuwd te Brugge 1536-37 met N. N.
2 Elisabeth DONCHE, geboren te Lo 1495-1498, overleden te Eke op 20-08-1548, (Begraven in de kerk onder grafsteen met grafschrift).
Zij erfde lenen te Reninge en te Pollinckhove die eerder aan haar grootvader hadden toebehoord, en bezat ook een leengoed te Lampernisse. Haar tweede man Cornelius de Schepper was vermoedelijk een kennis van haar eerste man: beiden hadden te Leuven aan het nieuw gestichte Collegium Trilingue gestudeerd en stonden in kontakt met Erasmus. Uit 1531 is van haar nog te Krakau, Polen een brief bewaard gericht aan Johannes Dantiscus, ambassadeur van Polen in de Nederlanden. Kort na haar huwelijk met haar tweede man, werd
een tweeluik met hun beider portret geschilderd. Van haar portret bestaat nog een vermoedelijk 16de eeuwse kopie (geveild London, 1994 bij Christie's) en een andere mogelijks 19de eeuwse kopie met een Duitstalig opschrift. (foto in archief Friedlaender, Den Haag).
Gehuwd (1) te Brugge 1516-1517 met Pieter LAURIJN zoon van Jeronimus, raadsheer en hofmeester van Philips de Schone, gouverneur van zijn zoon Karel V van Habsburg, herstichter en heer van Watervliet, en Jacoba Pedaert, schepen van het Brugse Vrije, geboren te Brugge op 07-12-1489, overleden te Brugge op 27-02-1522 op 32-jarige leeftijd, (Begraven in de St-Donaaskerk onder grafsteen met wapenschild).
Ingeschreven aan de universiteit te Leuven op 31 aug. 1502 en aan de universiteit van Bologna in 1507 (rechten).
Hij was heer van Leeskens en schepen van het Brugse Vrije van 1516 tot 1522. De Brugse familie Laurijn was zeer bevriend met Erasmus, die regelmatig op bezoek kwam bij zijn broer Marcus, deken van het kapittel van St-Donaas te Brugge.
Gehuwd voor de kerk (2) te Brugge, O.L. Vrouw op 06-12-1528 met Cornelius Duplicius DE SCHEPPER zoon van Andries en Gislena de Chivoire, hertrouwd met Margareta Loonis, 26 jaar oud, Ambassadeur Keizer Karel V, geboren te Duinkerke op 18-12-1501, overleden te Antwerpen op 28-03-1555 op 53-jarige leeftijd, begraven te Eke onder grafmonument dat nog bestaat.
Reeds in of voor 1503 woonden zijn ouders te Nieuwpoort. In 1509 waren zijn beide ouders reeds overleden. Hij werd opgeleid door zijn oom, pastoor te Ekelsbeke die hem naar Parijs zond voor de studie van de dialectica, fysica, oude talen, geschiedenis, wiskunde en astronomie. In 1522 trok hij naar het Collegium Trilingue te Leuven (ingeschreven 3 dec.)
In 1523 werd hij prive-secretaris van de gevluchte koning Christiaan II van Denemarken en vergezelde hem naar Londen en Madrid. Hij werd opgemerkt door Margareta van Oostenrijk, landvoogdes der Nederlanden, die hem overhaalde vanaf 1526 in dienst te treden van haar neef, Karel V (keizer Karel).
Hij werd Karel V's meest bereisde diplomaat: Schotland, Engeland, Ierland, Oostenrijk, Zwitserland, Polen, Hongarije, Italië, Frankrijk, Duitsland en talrijke verblijven in Spanje.
Vermoedelijk kort na zijn huwelijk liet hij van zichzelf en zijn vrouw een dubbelportret schilderen door de Brugse schilder Ambrosius Benson. (thans in the Art Gallery of New South Wales, Sydney, Australië)
In 1533 en 1534 vervulde hij diplomatieke zendingen naar Constantinopel aan het hof van de Turkse sultan Süleyman II. Hij hield over deze zendingen een dagboek bij dat bewaard is gebleven. (uitgegeven in 1856)
In 1545 stopte hij zijn diplomatieke reizen die hem lichamelijk zeer hadden uitgeput. Hij had in 1540 de heerlijkheid Eke op de Schelde (bij Oudenaarde) gekocht en trok zich op het kasteel aldaar terug met zijn gezin.
Hij oefende toen het ambt van tresorier-generaal van de staatskas uit. Hij was ook belast met openbare werken (leiding en toezicht op het graven van het kanaal van Willebroek naar Brussel) en de eerste poging tot drooglegging van de Moeren (ten O. van Veurne) Ook was hij belast met de verdediging ter zee, hij had een belangrijk aandeel in de maritieme politiek van de Habsburgers.


IIIb Renault DONCHE, schepen-keurheer k. Veurne, overleden circa 1478, zoon van Jacob DONCHE (zie II) en Christine ZOETOOMS.
Schepen-keurheer van de kasselrij Veurne in 1441, 1451, 1452-1456, 1457-1461, 1463-1466 en 1467-1470. In 1470 erfde hij een leengoed van 10 gemeten te Alveringem van Renault van Up ten Brouc, genaamd het Hof van Ellevoorde.

Zegel en handtekening van Renault Donche, resp. 13 mei 1470 [AGSB, charters abdij ter Duinen, nr. 2389] en 4 mei 1475 [ARA, Rekenkamer Vl., nr. 35934, fo 23]
Gehuwd met Jacoba PAELDINCK weduwe van Boudewijn de Schinckele.

Uit dit huwelijk:
1. Jan DONCHE, heer van Ellevoorde, overleden na 1495.
Hij overleed zonder kinderen, gezien het Hof van Ellevoorde overging op zijn broer Victor.
2. Victor DONCHE (zie IVb).
3. Antonius DONCHE (zie IVc).
4. Charles DONCHE.
5. Renaud DONCHE.


IVb Victor DONCHE, heer van Ellevoorde, overleden circa 1510, zoon van Renault DONCHE (zie IIIb) en Jacoba PAELDINCK weduwe van Boudewijn de Schinckele.
In 1499 was hij een van de genodigden op de wetsvernieuwing van de kasselrij Veurne. In 1502 bezat hij de heerlijkheid van Ellevoorde. Hij bezat ook nog gronden in de Zavelhoek te Alveringem.

Handtekening van Victor Donche, 18 nov. 1502 [ARA, Wetachtige Kamer van Vl., 101]

Gehuwd met Joanna AERLEBOUDT dochter van Charles.

Uit dit huwelijk:
1. Charles DONCHE, heer van Ellevoorde, overleden in 1540.
Rond 1510 erfde hij de heerlijkheid Ellevoorde van zijn vader. Toen was hij nog minderjarig en onder voogdij van Charles Heurleboudt. In 1538 verkocht hij 7 gemeten land in Lo aan Jacob Donche. Hij woonde in Alveringem in de buurt van de straat vanuit het dorpscentrum naar de burg van Veurne.
Gehuwd met Omarine N.


IVc Antonius DONCHE, overleden vóór 1540, zoon van Renault DONCHE (zie IIIb) en Jacoba PAELDINCK weduwe van Boudewijn de Schinckele.
Gehuwd met Maria HUERLEBOUT.

Uit dit huwelijk:
1. Renault DONCHE, overleden vóór 1540.
In 1514 woont hij te Alveringem.
Gehuwd met Celie N.
2. Omarine DONCHE.
Zij erfde rond 1540 van haar kozijn Charles, de heerlijkheid van Ellevoorde, die zij nog in hetzelfde jaar verkocht aan Omaar Rijckewaert.
Gehuwd (1) met Omaar OBESSOONE.
Gehuwd (2) met Jan BOUDIN.


IIIc Lodewijk DONCHE, baljuw Nieuwkapelle, overleden te Alveringem 1491, (Begraven in de kerk met grafschrift), zoon van Jacob DONCHE (zie II) en Christine ZOETOOMS.
Hij was in 1476 baljuw van de dekenij en kapittel van St-Omaars en van hun hernesse in Walravenkinderkercke (Oostkerke). In 1479 is hij baljuw van de heerlijkheid Nieuwkapelle.
Gedurende 30 jaar (1457-89) was hij ook ontvanger van het kapittel van St.-Omaars van hun leenhof het Vrije van St.-Omaars, dat zich uitstrekte over Alveringem en in diverse andere parochies in Veurne-ambacht.

Zegel van Lodewijk Donche, 27 april 1476 [RAB, charters met blauw nr., nr. 10522]

Gehuwd met Maria HEYNDRICKX.

Uit dit huwelijk:
1. Roland DONCHE (zie IVd).
2. Jacob DONCHE (zie IVe).
3. Renault DONCHE (zie IVf).


IVd Roland DONCHE, schepen-keurheer k. Veurne, overleden tussen 29-02 en 12-03-1492 (ns), zoon van Lodewijk DONCHE (zie IIIc) en Maria HEYNDRICKX.
Schepen-keurheer van de kasselrij Veurne in 1485 en 1487-1491. Hij volgde zijn vader op als ontvanger van het kapittel van St.-Omaars voor hun bezittingen te Alveringem en omstreken, wanneer hij in 1495 de renten int voor de voorbije 6 jaar.

Zegel van Roeland Donche, 31 aug. 1491 [RAB, charters met blauw nr., nr. 10521]

Gehuwd in 1490 met Christine GHYSELIN dochter van Jacob en Nicaise de Doys, geboren te Nieuwkapelle.

Uit dit huwelijk:
1. Jacob DONCHE (zie Vb).
2. Jan DONCHE.


Vb Jacob DONCHE, schepen-keurheer k. Veurne, geboren in de eerste helft van 1491, overleden te Alveringem op 22-08-1552, (Begraven in de kerk), zoon van Roland DONCHE (zie IVd) en Christine GHYSELIN dochter van Jacob en Nicaise de Doys.
Schepen-keurheer van de kasselrij Veurne in 1520, 1521, 1525-1529, 1531-1533, 1537, 1539, 1540-1544, 1546, 1547, 1550 en 1551. Vanaf het schepenjaar 1515 tot 1540 komt hij bijna onafgebroken ook voor als deurwaarder voor de Raad van Vlaanderen.
Tussen 1527 en 1551 vindt men 154 maal zijn handtekening onder akten die hij als schepen optekende in de registers der notarie van de kasselrij Veurne.
Hij was ook baljuw voor de familie van der Burch voor hun leenbezit te St-Rijkers. Daarnaast was hij ook ontvanger de spijker (een grafelijke belasting) in de kasselrij Veurne. Hij was ook ontvanger van de kerk van St.-Bertijns te St.-Omaars voor hun bezittingen in Veurne-ambacht, en functie die zijn grootvader, vader en oom voor hem hadden uitgeoefend.
Hij woonde te Alveringem op een hofstede op de grens met de buurgemeente Lampernisse, waar hij ook soms de nodige officiële stukken liet overbrengen.
Hij bezat ook een leengoed te Nieuwkapelle. Door naasting kwam hij rond 1523-24 in bezit van een leengoed van 10 lijnen te Alveringem die eerder aan zijn neef Omaar Donche toebehoorde. Hij kocht in 1546 ook een leengoed te Adinkerke.

Zegel en handtekening van Jacob Donche, resp. 14 febr. 1534 [RAB, charters met blauw nr., nr. 1077] en 25 okt. 1531 [RAB, Reg. kas. Veurne, nr. 587]

Gehuwd (1) met Josephina DAVELIN dochter van Jan en Guillemette de Bampoele, overleden te Alveringem op 26-12-1516, (Begraven in de kerk van Alveringem).
Gehuwd voor de kerk (2) ts 1516-20 met Catharina TEERNYNCK dochter van Joos, overleden te Alveringem in 1569, (Begraven in de kerk).

Uit het eerste huwelijk:
1. Petronilla DONCHE, geboren circa 1519, overleden te Gent op 03-01-1570, (Begraven in de Bijloke onder grafsteen).
Zij bezat een leengoed te Steenkerke, geërfd door haar zoon, maar na diens dood ten deel gevallen aan zijn halftante Martina Donche.
Gehuwd te Alveringem 1551 met Francois VAN DER MANDELE zoon van Adam, weduwnaar van Jacquemijne Wilgiers, geboren te Kortrijk (?), overleden te Gent, (Begraven in de Bijloke).
2. Maria DONCHE, overleden te Alveringem vóór 1558.
Zij woonde te Alveringem in een huis met erf, gelegen ten noorden van het kerkhof. Haar staat van goed (eind 16de eeuw) is bewaard gebleven. Daaruit blijkt dat zij renten ontving op een twintigtal bezittingen in Wulpen, Zuidberkijn, Lampernisse, Ramskapelle, Adinkerke, Alveringem, Nieuwpoort en Zoetenaaie.
Gehuwd (1) met Jacob RYEEL zoon van Boudewijn en Margareta de Pontcastel, heer van Erkegem, overleden ts 1535-43.
Gehuwd (2) met Daniel HERREWIJN zoon van Vigoureux en Maria de Vos, overleden vóór 1543.
Gehuwd (3) met Pieter LOTTIN.

Uit het tweede huwelijk:
3. Antonius DONCHE, geboren rond 1520 (zie VIa).
4. Jacob DONCHE, overleden voor 1564.
In 1557 tekent hij in op een grote lening, uitgeschreven door Philips II, voor de financiering van de oorlogskosten met Frankrijk.
5. Martina DONCHE, overleden circa 1585.
Zij woonde in 1578 in een huis te Alveringem in de heerlijkheid van het Vrije van St.-Omaars. Zij erfde van haar neef 10 lijnen 32 roeden leengrond te Alveringem. Van Francois van der Mandere erfde zij leengoederen te Steenkerke.
Gehuwd (1) na 1578 met Franciscus COLIN.
Gehuwd (2) met Jacob DE SCHYNCKELE zoon van Jacob en Ghislaine de Dossere, overleden vóór 1586.
6. Catharina DONCHE, overleden vóór 1601.
Gehuwd (1) in 1564 met Anthonis DE CRANE, overleden vóór 1569.
Gehuwd (2) vóór 1583 met Francois ELLEBOUT.
Gehuwd (3) met Jacques DE PAPE zoon van Lieven, overleden vóór 1583.
7. Margareta DONCHE, dame van Oudewerve, overleden te Veurne op 16-09-1604, (Begraven in de St.-Walburgakerk te Veurne in het schip van de kerk in de rondgang van het koor aan de Noordkant, tegenover de St-Elooiskapel).
In 1587 wordt zij eigenares van het Hof van Oudewerve in Ramskapelle, een leengoed bestaande uit een centraal foncier van 44 gemeten en 11 achterlenen.
Gehuwd te Veurne 1551 met Roeland DE VOS zoon van Hendrik, schepen-keurheer k. Veurne, geboren rond 1515, overleden te Veurne op 05-11-1610, (Begraven in de St-Walburgakerk te Veurne).
Schepen-keurheer van de kasselrij Veurne. Na 1554 ook ontvanger van de spijker in Veurnambacht, een ambt overgenomen van zijn schoonvader Jacob Donche.


VIa Antonius DONCHE, schepen-keurheer k. Veurne, geboren rond 1520, overleden circa 1550, zoon van Jacob DONCHE (zie Vb) en Catharina TEERNYNCK dochter van Joos.
Ingeschreven aan de universiteit te Leuven in 1537. Schepen-keurheer van de kasselrij Veurne in 1548-49. In de registers van de notarie van de kasselrij Veurne vindt men 30 maal zijn handtekening.

Handtekening van Antonius Donche, 1548 [RAB, reg. kas. Veurne nr 599 fo 167]

Gehuwd circa 1544 met N. BLADELIN.

Uit dit huwelijk:
1. Jacob DONCHE, overleden te Brussel circa 1564.
In 1558 pacht hij van de St-Niklaasabdij van Veurne een grote hofstede, de 'Hooghe Moere' groot 105 gemeten. Overleden zonder nakomelingen gezien zijn tante zijn leenbezit te Alveringem erft.

Handtekening van Jacob Donche, 11 febr. 1558 [RAB, Aanwinsten, nr. 3.611 fo 70]

2. Vincent DONCHE, overleden vóór 1564.
Overleden zonder nakomelingen en vóór zijn broer, gezien anders hij zijn broers leenbezit zou geërfd hebben.


IVe Jacob DONCHE, overleden circa 1522, zoon van Lodewijk DONCHE (zie IIIc) en Maria HEYNDRICKX.
Hij was eigenaar van een leengoed te Alveringem groot 10 lijnen, bestaande uit een behuisde hofstede met wallen en singels, ten Zuiden van de kerk in de Grote Raemhoek en ingesloten door niet-leengrond eigendom van Jacob. Een ander leengoed dat hij bezat uit hoofde van zijn vrouw, was gelegen te Booitshoeke, west van de kerk, groot 2,5 gemeten en waarvan 3 achterlenen afhingen.

Zegel van Jacob Donche, 13 nov. 1502 [ARA, Wetachtige Kamer van Vlaanderen, nr. 103]

Gehuwd met Cornelia N. Overleden circa 1514.

Uit dit huwelijk:
1. Omaar DONCHE (zie Vc).
2. Lodewijk DONCHE (zie Vd).
3. Jacob DONCHE, schepen-keurheer k. Veurne, (Ongehuwd).
Schepen-keurheer van de kasselrij Veurne in 1515 en van 1515 tot en met 1534 deurwaarder van de camere.
4. Jan DONCHE, overleden circa 1525.


Vc Omaar DONCHE, overleden circa 1532, zoon van Jacob DONCHE (zie IVe) en Cornelia N.
Hij kocht het leen te Booitshoeke met de drie achterlenen van zijn broer Jacob. Rond 1522 erfde hij het leen van 10 lijnen te Alveringem van zijn vader, dat hij het jaar daarop wou verkopen, maar het werd genaast door zijn neef Jacob zoon van Roland Donche, waardoor het in de familie bleef.
In 1524 pacht hij voor een termijn van 9 jaar, van het kapittel van St.-Omaars een grote hofstede van 117 gemeten in Pervijze, genaamd het 'Hof van Berkele'. In 1527 pacht hij nog een andere grote hofstede van 124 gemeten in Ramskapelle, genaamd het 'Jokveld'.
Gehuwd met Maria N. Overleden na 1540.

Uit dit huwelijk:
1. Lyoen DONCHE, geboren rond 1505 (zie VIb).
2. Jacob DONCHE (zie VIc).
3. Maria DONCHE, overleden vóór 1574.
Zij overleed zonder nakomelingen gezien het leengoed van 2,5 gemeten met 3 achterlenen te Booitshoeke terug overging naar haar broer Lyoen.
Gehuwd met Marc VAN SEVENANT.


VIb Lyoen DONCHE, geboren rond 1505, overleden te Deinze rond 1575, zoon van Omaar DONCHE (zie Vc) en Maria N.
Hij erfde van zijn vader het leengoed van 2,5 gemeten met 3 achterlenen te Booitshoeke, welke hij het jaar daarop verkocht aan zijn schoonbroer Marc van Zevenant. Zijn moeder behield evenwel het vruchtgebruik. Daar zijn zuster en schoonbroer zonder nakomelingen vóór hem overleden erfde hij het leengoed terug.
Wellicht is hij de meester Leo (Lion, Lyoen) Donche, die we vanaf 1537 terugvinden te Deinze als apostolisch en keizerlijk notaris. In jan. 1540 kocht hij het poorterschap van Deinze.
In 1539 tot 1544 was hij schepen van de stad en ook nog eens in 1564-1566 en 1570-74. Van 1544 tot aan zijn dood vinden we hem ook vermeld als raadspensionnaris en procureur van de stad. Hij was ook ontvanger van de honderdste penning te Deinze en Petegem.
Hij woonde te Deinze in de wijk Tussenbruggen.

Handtekening van Lyoen Donche, 6 febr. 1572 [SAG, penningcohieren bundel 12/53: Deinze onder Kortrijk, fo 16v]

Gehuwd.

Uit dit huwelijk:
1. Robert DONCHE, overleden na 1589.
Hij erfde het leengoed van de 2,5 gemeten met 3 achterlenen te Booitshoeke van zijn vader.
Gehuwd met Maria VOLMAERE dochter van Michiel.
2. Lodewijk DONCHE, procureur van Deinze.
Procureur van de stad Deinze in 1570-72.
3. Gillis DONCHE.
Hij woonde in 1571 te Deinze in het huis genaamd 'de Croone' op de zuidwesthoek van de Molenstraat.


VIc Jacob DONCHE, overleden circa 1571, zoon van Omaar DONCHE (zie Vc) en Maria N.
In 1552 leent hij geld uit aan keizer Karel voor de financiering van de oorlogskosten met Frankrijk.
In 1555 kocht hij 4 gemeten land in Pervijze. In 1565 erft hij van Jerom de Naghele 3 gemeten leengrond te Pervijze. Hij wordt ook vermeld als pachter van de bezittingen van de abdij van Ename te Pervijze.
In 1576 werd door de Staten van Vlaanderen een verplichte lening uitgevaardigd bij de meestvermogenden van de kasselrij Veurne. Door de grote ontvolking van de kasselrij Veurne, hadden de gewone belastingen in de voorbije jaren haast niets meer opgebracht. De kasselrij was zeer erg ontvolkt geraakt door de aanhoudende godsdienstoorlogen, de pest en de muitende en plunderende Spaanse troepen. Een vrijwillige lening was een flop geworden, en dus werd de lening verplicht gemaakt. De weduwe van Jacob Donche, als inwoonster van Pervijze, werd getaxeerd om een bedrag van 192 pond uit te lenen. Hiermee behoorde zij tot de 7 meest vermogend geschatte personen uit de hele kasselrij die elk dit hoogste bedrag moesten uitlenen. De uitbetaling van renten of terugbetaling van het ontleende bedrag sleepte meer dan 100 jaar aan en de renten werden dan ook uitbetaald aan haar kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. In het verhoofdingsboek van 1683 vinden we niet minder dan 75 afstammelingen van Jacob Donche en Joanna Oudolf opgesomd.
Gehuwd met Johanna OUDOLF dochter van Jan en Passchasia van Schoore, overleden na 1576.

Uit dit huwelijk:
1. Maria DONCHE.
Gehuwd met Mores DE NAGHELE.
2. Jan DONCHE, overleden vóór 1612.
Zijn onroerende bezittingen strekten zich uit, vooral in Kaaskerke, maar ook in Zarren, Merksem en Zuidpeene.
Gehuwd (1) te Diksmuide op 19-05-1585 (getuigen: Jeronimus Donche, broer, Jacobus Donche, broer) met Judoca VAN MIDDELEM dochter van Robert.
Gehuwd (2) met Joanna VAN DER MEULEN dochter van Jan, overleden in 1612.
3. Jeronimus DONCHE.
Hij woonde te Ramskapelle bij Nieuwpoort in 1605 en bezat landgoederen aldaar, alsook te St.-Joris en Oostduinkerke, eigendommen die we in onverdeeldheid bij tal van zijn afstammelingen terugvinden.
Gehuwd met Adriana VAN THIENEN dochter van Adriaan en Jacqueline Goossens.
4. Jacob DONCHE, pastoor van Hazebroek, overleden te Kaaskerke circa 1637.
Hij bezat landgoederen in Kaaskerke en Oudekapelle. Een 17de eeuws handschrift vermeld hem als pastoor te Hazebroek en groot weldoener van de Augustijnen van deze stad.


Vd Lodewijk DONCHE, zoon van Jacob DONCHE (zie IVe) en Cornelia N.
Gehuwd met Passchasia SPIERINCK ALIAS CAKELBERGHE.

Uit dit huwelijk:
1. Jacoba DONCHE.
Gehuwd met Omaer VALCKE, burgemeester der stad Veurne.


IVf Renault DONCHE, schepen-keurheer k. Veurne, overleden ts 1509-15, zoon van Lodewijk DONCHE (zie IIIc) en Maria HEYNDRICKX.
Schepen-keurheer van de kasselrij Veurne in 1480-1483 en 1501-1502 en 1503-1505. In 1498-99 was hij stedehouder van de hoogbaljuw van Veurne. In 1509 was hij een der edele en notabele genodigden bij de wetsvernieuwing van de kasselrij Veurne.
Hij was ook ontvanger van het kapittel van St.-Omaars voor hun bezittingen in Alveringem en omstreken, functie die hij na het overlijden van zijn broer Roeland van hem overgenomen had.

Handtekening van Renault Donche, 30 oct. 1495 [SAV, nr. 1693 fo 257]

Gehuwd in 1482 met Ida VAN SCHOOREN.

Uit dit huwelijk:
1. Bonnette DONCHE.
Bij het huwelijk van haar zoon Archambaud Verdebout te Ieper in 1534 is o.a. getuige een zekere Jacob Donche, priester.
Gehuwd voor de kerk te Ieper 1534 met Gillis VERDEBOUT.


IIId Charles DONCHE, overleden vóór 1477, zoon van Jacob DONCHE (zie II) en Christine ZOETOOMS.
Hij was houder van een leengoed van 1 gemet 17 roeden in Nieuwkapelle, geërfd door zijn zoon.
Gehuwd met N. HAERLEBOUT.

Uit dit huwelijk:
1. Antonius DONCHE, geboren na 1452.
Hij was nog minderjarig toen op 14 mei 1477, zijn oom en voogd Antonius, zijn oom Lodewijk en Pieter Haerlebout, een oom van moederszijde, in zijn naam zijn leengoed te Nieuwkapelle verkochten. Met de opbrengst zou een vrouw, bij wie hij een kind had, vrijgekocht worden uit de gevangenis. Een derde oom Jacob was op het ogenblik van de verkoop in het buitenland. (=raadsheer Jacob Donche op diplomatieke zending aan het Engelse hof).



Created by PRO-GEN 'Genealogie à la Carte' software

© J. Mulderij & D.J. Scholte in't Hoff, Markelo, The Netherlands
.